Door stellingen aan je kinderen voor te leggen leren ze kritisch te luisteren. Bovendien vinden ze 'gekke' stellingen vaak erg grappig. Het prikkelt de fantasie. We hebben er een paar voor jullie bedacht, maar je kunt er net zoveel bijmaken als je zelf wilt.
Vraag je kind om duidelijk te maken welke zin klopt, en welke zin niet. Dit kan door het te zeggen, maar ook door middel van bewegingen. Bijvoorbeeld: als het waar is ga je op de stoel staan, als het niet waar is kruip je onder de tafel. Zo krijgt je kind ook nog wat beweging. :-)
Als het lente is, worden er jonge dieren geboren.
Als het lente is, wordt het buiten steeds kouder.
Als het lente is, vallen de blaadjes van de bomen.
Als het lente is, moet ik een sjaal om en een muts op en handschoenen aan.
Als het lente is, bloeien er krokussen.
Als het lente is, maken de vogels een nest.
Als het lente is, leggen de varkens een ei.
Als het lente is, krijgt het schaap een kalfje.
Als het lente is, komen er uit de eieren mooie bloemetjes.
Als het lente is, groeit er uit een bolletje een boom.
Als het lente is, groeit er uit een bolletje een bloem.
Als het lente is, wordt het buiten langer licht.
Als het lente is, wordt het buiten warmer.
Als het lente is, mag ik soms zonder jas naar buiten.
Als het lente is, krijgen de bomen weer blaadjes.